Verhoogd coligetal: Stap voor stap naar een oplossing voor je melkveebedrijf

Het coligetal is een heel belangrijke parameter bij het bepalen van de kwaliteit van de melk. Melkveehouders die geconfronteerd worden met een verhoogd coligetal, moeten helaas vaak ontdekken dat het heel moeilijk is om daar iets aan te doen. Gelukkig zijn hiervoor haalbare methoden, zo bleek uit het project van MCC in samenwerking met ILVO (Eenheid Technologie en Voeding), Fedagrim en enkele robotmelkers. Die handvaten werden verzameld in een brochure met stappenplan die de melkveehouder, zowel de traditionele als de robotmelker, ondersteunen om nog betere kwaliteitsmelk te kunnen leveren.

Uit voorafgaand onderzoek leerden we dat coliproblemen meer voorkomen op robotbedrijven dan bij bedrijven waar conventioneel gemolken wordt. Cijfers uit 2017 tonen dat het gemiddeld coligetal 8,7 kolonies per ml was op traditionele melkveebedrijven, terwijl dit op robotbedrijven 22 (2x reinigen per dag) en 17 (3x reinigen per dag) was. Onze vermoedens waren dat er meer sleutels tot succes waren dan enkel de frequentie van de hoofdreiniging. Vandaar dat MCC, ILVO (Eenheid Technologie en Voeding) en Fedagrim de handen in elkaar sloegen voor een nieuw project. Met de medewerking van constructeurs (Gea Westfalia, Fullwood Packo, Lely en Delaval), hun dealers en techniekers werden 16 melkveebedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) bezocht door de buitendienstmedewerkers van MCC in de zoektocht naar de succesformule om het coligetal onder controle te krijgen.

Brochure en stappenplan

We geven alvast een stappenplan mee om je op het juiste pad te zetten met een bijhorende brochure met niet alleen gedetailleerde uitleg van de aandachtspunten maar ook heel wat tips en tricks om het coliprobleem aan te pakken.

 

Wat hebben we geleerd op de deelnemende bedrijven?

Op de bedrijven met een laag coligetal stelden we vast dat ze over het algemeen goed scoorden op uierhygiëne, dat staarten en uier jaarlijks meermaals geschoren werden, ligboxen 2 tot 3 keer per dag gereinigd werden en ze meestal kalk in de boxen gebruikten. Roosters of vloer werden minstens om de 2 uur gereinigd. Wat betreft de melkinstallatie: deze werd driemaal per dag gereinigd; voorbehandelborstels of -bekers werden gedesinfecteerd d.m.v. stoom of waterstofperoxide na het melken.

De bedrijven met een hoger coligetal scoorden minder goed op de verschillende hygiëne-aandachtspunten, wat niet wil zeggen dat de hoofdoorzaak van het verhoogd getal niet elders kan liggen. Op elk van deze bedrijven werd minstens één oorzaak vastgesteld die aan de basis kan liggen van een verhoogd coligetal:

  • Zichtbaar vuil in delen van de melkinstallatie (ook spoelbak (Foto 1), koppelingen (Foto 2) buffertank of melktank (Foto 3)
  • Versleten rubberen onderdelen gevonden
  • Roest op koppelingen (Foto 4) en kleppen
  • Defecte kleppen
  • Basisnormen van reiniging zoals voorgeschreven in een meet- en adviesrapport niet in orde, onder meer hoeveelheid water en product, watertemperatuur, opname product en drainage van reinigingswater

Dit onderzoek werd uitgevoerd in kader van het Europese Innovatie project “Optimalisatie coligetal bij geautomatiseerde melksystemen” met financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid, met name het “Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland”.

logo

        

Bijlage Size
indicator 3.19 MB
stappenplan 449.05 KB